Hechtingsproblematiek

Edward John Mostyn Bowlby was een Britse psychiater die bekend is geworden door zijn theorieën over hechting tussen opvoeders en kinderen. Hij benadrukte het belang van een goede interactie tussen hen om een goede hechting tot stand te laten komen. De wijze waarop de hechting tot stand komt, heeft volgens hem een voorspellende waarde voor de emotionele ontwikkeling van een kind op latere leeftijd. Het niet-veilig gehecht zijn kan leiden tot verschillende moeilijkheden, zoals leerproblemen, problemen met zelfwaardering en eigenwaarde en moeite hebben met het aangaan van relaties.

Verlatingsangst of bindingsangst in relaties hebben vrijwel altijd te maken met het niet-veilig gehecht zijn.

Als je last hebt van verlatingsangst en je krijgt in een relatie niet wat je nodig hebt, zul je als belangrijkste overlevingsmodus de strategie van ‘vechten’ aannemen. Kenmerken van deze strategie zijn;

De aanval inzetten, de ander claimen, schreeuwen, eisen, smeken, ongevraagde adviezen geven, de ander beschuldigen, steeds over gevoelens willen praten en de focus onafwendbaar op de ander richten.

Als je last hebt van bindingsangst en niet krijgt wat je nodig hebt in een relatie zul je de strategie van ‘vluchten’ aannemen. Kenmerken van deze strategie zijn:

Je terugtrekken, afsluiten, contact verbreken, je afsluiten van gevoelens, geen emoties tonen, liefde onthouden aan partner, compensatie zoeken, niet meer communiceren, niet luisteren.

Allebei ben je er van overtuigd dat als de ander zou veranderen, alle problemen opgelost zouden zijn. Als je beheerst wordt door verlatingsangst blijf je hopen dat de ander zich openstelt. Als je angst hebt voor de binding, vind je dat de ander moet leren om voor zichzelf te zorgen. Hoe meer jij gaat vechten, hoe meer de ander gaat vluchten en andersom.

Meer informatie over verlatingsangst en bindingsangst kun je lezen in het verhelderende boek liefdesbang van  Hannah Cuppen.

Hoe ontstaat hechtingsproblematiek?

Hechting is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Er is altijd sprake van een hechtingsrelatie, alleen is deze dus niet altijd veilig. Als je als kind veilig bent gehecht, dan heb je als baby geleerd dat je ouders of verzorgers onvoorwaardelijk van je houden en dat je ze volledig kunt vertrouwen. Je hebt gekregen wat je nodig had: voldoende eten, drinken en liefde. Je weet dat je ouders er voor je zijn, dat ze voor je zorgen en dat je ze kan vertrouwen, wat maakt dat je als kind stapjes de wereld in durft te zetten. Je durft te ontdekken, te vallen en weer verder te kruipen. In stressvolle situaties zoek je als kind de nabijheid van personen aan wie je bent gehecht. Zij zijn de veilige haven van waaruit je de wereld ontdekt.

Er zijn verschillende oorzaken voor het niet goed verlopen van de hechting van een kind. Hieronder vind je een paar voorbeelden van oorzaken waardoor een kind niet goed gehecht kan zijn:

  • Ouders die getraumatiseerd zijn.
  • Ouders met psychische problemen
  • Ouders die emotioneel niet beschikbaar zijn
  • Ouders die zelf kampen met hechtingsproblematiek
  • Ouders die niet gevoelig zijn voor de signalen van een kind.
  • Verwaarlozing of mishandeling
  • Extreme stress binnen het gezin
  • Vroeggeboorte en verblijf in couveuse van het kind
  • Wisselende relaties van de ouders
  • Ouders die kinderen claimen en geen ruimte geven om te ontdekken